Als nieuwsgierige millennial maakte ik in de eind jaren ’90 mijn eerste profiel aan op een online forum. Ik kletste mee, plaatste foto’s en reisde een jaar later als 17-jarig meisje naar Amsterdam voor mijn eerste meetup. Ik heb daarna op alle bekende social media platformen gezeten waar ik dagelijks wel iets plaatste. Foto’s, video’s, mijn mening en mijn werk: ik deelde het allemaal. Maar afgelopen jaar is er iets veranderd. Ik heb er geen zin meer in.
Misschien ben ik te oud geworden om mee te gaan met de huidige online trends. Sommige laat ik graag aan mij voorbij gaan (want laten we eerlijk zijn, niemand zit te wachten op een dertiger die met een filter op dansjes doet op TikTok). Misschien ga ik wel een andere fase van mijn leven in en voel ik me daarom zo. Een fase waar ik me een beetje terugtrek, ik op andere dingen focus en me minder bezighoud met wat anderen aan het doen zijn.
JOMO i.p.v. FOMO
JOMO, The Joy Of Missing Out, is het tegengeluid op FOMO – The Fear Of Missing Out. Ik kies bewust voor lekker veel JOMO in mijn leven. Niet meer langs alle verjaardagen en feestjes gaan, niet meer alle populaire tv-series en films kijken en niet meer iedereen die ik ken op social media volgen. Ik leef al sinds jaren zo en zie mezelf nooit meer teruggaan naar een hectisch en druk leven, on- en offline. Ik denk dat JOMO zeker meespeelt in mijn keuze om me online een beetje terug te trekken. Want hoe minder dingen ik van mezelf moet doen, hoe meer rust en geluk ik ervaar.
Zo zit ik niet meer op Instagram, heb ik Facebook vorig jaar verwijderd en volg ik geen forums meer. Ik ben nog actief op Twitter* en LinkedIn, maar steeds vaker scrol ik mijn tijdlijn maar even door en log ik weer uit. Ik hoef geen honderden mensen meer te volgen, zelf actief mee te doen en overal aanwezig te zijn.
* Update: ook mijn Twitter account heb ik onlangs verwijderd.
Vaarwel verlangen naar de goedkeuring van anderen
Wat ook meespeelt is dat ik eindelijk een beetje af ben van het constante verlangen naar de goedkeuring van anderen. Dan kwam de jonge Sophie weer tevoorschijn, die zich anders voelde dan haar klasgenoten en vaak buitengesloten en gepest werd. Ik leerde dat ik me beter aan kon passen aan anderen, zodat ik er ook bij hoorde. Online heb ik dit ook gedaan, in de hoop dat ik als betrokken, knap, creatief of slim door anderen gevonden werd. Dit deed ik door bijvoorbeeld het aantal likes en reacties dat ik ontving te laten bepalen wat ik online deelde. Ook als ik eigenlijk hele andere content wilde maken. Ik wilde immers geen volgers verliezen…
Ik heb hier eerder over geschreven: over de druk om steeds duurzamer en diervriendelijker te moeten leven bijvoorbeeld. Gaandeweg leerde ik dat het slimmer is om je eigen rolmodel worden, in plaats van teveel naar anderen te kijken. Het is een groeiproces dat uit meerdere fases bestaat, waarvan ik geloof dat ik eindelijk aan het einde zit.
Meer focus op mijn offline leven
Vorig jaar merkte ik dat ik steeds minder online deelde. Er wordt namelijk al zoveel online gedeeld. Zitten mensen nog wel te wachten op een foto van een kopje koffie of mijn kat? Ik deel liever mijn werk of een opiniedraadje over iets dat echt belangrijk voor mij is. De rest houd ik liever voor mezelf (oké, af en toe deel ik toch die schattige foto van mijn kat).
De rest van mijn aandacht gaat op dit moment liever naar mijn ‘offline’ leven. Ik stop energie in mijn werk, mijn relatie, mijn katten en vrienden. Ik lees gemiddeld twee boeken in de week (heerlijk, vooral fictieboeken), ga meer naar buiten, houd zo nu en dan het nieuws in de gaten en lees interessante achtergrondverhalen en interviews met vrouwen die een verschil maken. Wie weet spendeer ik over een tijdje juist weer meer tijd online, omdat ik een nieuwe online interesse heb gevonden. Maar op dit moment vindt mijn leven wat meer ‘offline’ plaats dan online. Een beetje onverbonden, in plaats van steeds met alles en iedereen digitaal verbonden te zijn…
Bron afbeeldingen: Monica Turlui